, [], Whether the Son is in the Father, and conversely?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader [ben], en de Vader in Mij is? [20]De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij [21]blijft, Dezelve [22]doet de werken. 20. Dat is, mijne leer. Zie hfdst.7 vs.16. 21. Of, woont; namelijk als zijnde eenswezens met mij. 22. Namelijk in mij en door mij.